Aardappel

BOTANISCHE PLANTENNAAM:

Solanum tuberosum

WANNEER PLANTEN:

Om een gespreide oogst te bekomen kan je best zowel vroege als latere rassen planten.

Vroege teelt: vanaf half maart.
Hoofdteelt: twee à drie weken na het planten van de vroege teelt.
Late teelt: tot en met half mei.

aardappels

PLANTAFSTANDEN:

Vroege teelt:
Diepte: +/- 8 cm
Afstand in rij: 30 cm
Rijafstand: 45 cm

Hoofdteelt:
Diepte: +/- 13 cm
Afstand in rij: 45 cm
Rijafstand: 45 cm

GROND:

Ideale ph-waarde: tussen 5 en 5,5 (Aardappels houden van een iets zuurdere grond.  Een grond die te basaal is stimuleert aardappelschurft en andere ziektes. Daarom de grond zeker niet kalken voor het planten.)

Ideale grondsoort: leemachtige zandgrond (maar in principe kan je aardappels op iedere grondsoort kweken)

GROEIMETHODES:

Methode  1: klassieke methode

Stap 1: grond klaarmaken

Los en redelijk diep omgespitte grond vermengen met compost en/of stalmest. Het is niet belangrijk dat de aarde fijn is, maar ze moet wel diep genoeg los gemaakt worden. Dit kan in de reeds in de herfst, direct na de oogst, ofwel in het voorjaar.

Stap 2: planten

De aardappels planten volgens bovenvermelde plantafstanden en los bedekken met aarde.

Stap 3: ophopen

Eens de planten beginnen te schieten, de aardappels ophopen. Dit verwijderd het onkruid en zorgt ervoor dat er zeker geen licht bij de aardappels kan komen. Aardappels die tijdens hun groei aan het licht komen ontwikkelen het giftige solanine en zijn niet eetbaar. Na ongeveer drie weken nog eens ophopen.

Methode 2: mulch methode

Stap 1: grond klaarmaken

Bedek de grond met verschillende lagen organisch materiaal zoals karton, stro, mest, compost, bladeren, etc. Dit kan je best al in de herfst van het vorige jaar doen, zodat het organisch materiaal deels gecomposteerd is (zie: sheet-mulching).

Stap 2: planten

Als het tijd is om de pootaardappels te planten, kan je ze gewoon zo onder de deklaag steken. Gebruik bovenvermelde plantafstanden. Het belangrijkste is dat de aardappelen geen licht te zien krijgen. De wortels lopen uit tot in de grond, de bladeren zoeken het licht op. Dit is een goede manier om aardappelziektes te vermijden, aangezien deze meestal met de grondomstandigheden te maken hebben.

OOGST:

Als de bladeren beginnen af te sterven alles oogsten. Van de vroege teelt kan je al sneller beginnen oogsten. Gewoon af en toe eens kijken hoe ver de aardappels al ontwikkeld zijn (jonge patatjes met schil zijn heel erg lekker.)

Laat de aardappelen 1 tot maximaal 2 dagen buiten (op het veld) afrijpen, dit verbeterd hun houdbaarheid. Laat ze echter niet langer liggen anders kunnen ze alsnog groen en dus giftig worden.

OPBRENGST:

Op een rij van 30 meter: +/- 70 kilo

Indien goed gecomposteerd en juiste zorg: verdubbelde opbrengst mogelijk.

BEWAREN:

Ophopen buiten onder aarde of in een voorraadkelder: droog, donker en koel.

NATEELT:

Na oogst vroege aardappels: bijv. bonen, kolen of herfstknollen.

WEETJE:

Aardappels met schil bevatten tot 50% meer vitamine C dan geschilde aardappelen.

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *